Veenhuizen

Meer weten over de geschiedenis van de Maatschappij van weldadigheid en hun bewoners kijk dan op http://www.schackmann.nl/proefkolonie/index.html

Hoe het de familie Hakkert daar vergaan is lees je bij de parenteel van Arien Hakkert

Veenhuizen vormde oorspronkelijk een veenontginningsdorp[1] dat reeds wordt genoemd in 1381 als Veenhuysen. In 1823 veranderde het aanzien van het dorp volledig toen er drie grote gestichten voor bedelaars, landlopers en wezen werden gebouwd. De Maatschappij van Weldadigheid wilde de armen door middel van arbeid op het land en in de vervening heropvoeden. Aanvankelijk bood men arme gezinnen uit de grote steden de gelegenheid vrijwillig naar Drenthe te komen en zich daar in koloniën te vestigen. Het idee hierachter was dat men zo als boer een nieuw bestaan kon opbouwen. Plaatsen als Frederiksoord en Wilhelminaoord zijn ook op deze manier ontstaan. Omdat blijkbaar niet iedereen uit vrije wil deze oplossing wilde kiezen, bouwde de Maatschappij in Ommerschans en Veenhuizen grote vierkante dwanggestichten.

Ieder gebouw leverde onderdak aan gemiddeld 1200 gevangenen, of verpleegden zoals ze toen nog werden genoemd. Ze werden ondergebracht in slaapzalen van 80 mensen, die overdag werden omgebouwd tot werk- en eetzalen. De kenmerkende gebouwen in Veenhuizen worden tegenwoordig meer en meer bewoond door burgers die niets van doen hebben met Justitie. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw werden Norgerhaven en Esserheem omgebouwd tot bewaarplaats voor zwaargestraften.